Het Cuypersgenootschap heeft beroep aangetekend tegen de omgevingsvergunning voor het verplaatsen van het Van Tuyll-monumenten bij het Olympisch Stadion te Amsterdam. Kort gezegd is de motivatie voor het beroep dat in de verleende vergunning nauwelijks wordt gemotiveerd waarom de verplaatsing van dit beeld überhaupt noodzakelijk zou zijn; de minimale motivatie voor verplaatsing wordt niet onderbouwd met argumenten of bewijsmateriaal. Ook is niets gedaan met de adviezen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (RCE) en gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) die pleiten voor onderzoek naar de motivatie of noodzaak van verplaatsing, naar de effecten ervan op de monumentale waarde van het beeld én naar een goede, definitie locatie na verplaatsing.
De motivatie voor verplaatsing is ondeugdelijk. Die is, volgens de vergunning “ingegeven door de Olympische groet van de sporter die tevens opgevat kan worden als de fascistische groet. Het beeld leidt al jaren tot maatschappelijke beroering en roept onbegrip op. Een plaquette met uitleg over de oorspronkelijke bedoeling in de terreinverharding, blijkt deze beroering niet weg te kunnen nemen”.
Hoewel duidelijk is dat het beeld soms enige discussie oproept, en vaak verkeerd begrepen wordt, is ons van ‘maatschappelijke beroering’ niets bekend. Het beeld is niet aangevallen of beschadigd, er is geen sprake geweest van oproepen of petities om het beeld te verwijderen die meer dan marginale aandacht hebben gekregen, en voor zover er discussie over het beeld was, heeft die op beschaafde wijze (vooral in de media) plaatsgevonden, op basis van argumenten voor en tegen verplaatsing. Niets van dit alles lijkt ook maar in de verte op iets dat als ‘beroering’ omschreven kan worden, het is een situatie die al heel lang rustig voortkabbelt. Het is dan ook niet voor niets dat zowel de RCE als de CRK hebben geadviseerd om nader te bekijken wat nu eigenlijk het probleem is.