Cuypersgenootschap volgt plannen Van Tuyll-monument Olympisch Stadion

8 december 2020

Buitenbeeldinbeeld

Plannen om het zogenaamde Van Tuyll-monument bij het Olympisch Stadion in Amsterdam te verplaatsen worden door het Cuypersgenootschap nauwlettend gevolgd. De aanvraag betreft het verplaatsen van het standbeeld, dat deel uitmaakt van het Van Tuyll-monument op het plein voor het Olympisch Stadion, naar een ruimte in het stadion. De wens tot verplaatsing naar een minder prominente plek is ingegeven door de associaties die het beeld oproept met het fascisme. Op dit moment lijkt er nog geen reden tot actie onzerzijds te bestaan. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft naar aanleiding van het verzoek tot verplaatsing van het monument een duidelijk en genuanceerd advies uitgebracht. De RCE adviseert de gevraagde omgevingsvergunning voor het verplaatsen van het Van Tuyll-monument niet te verlenen, maar sluit verplaatsing in beginsel niet uit.

Het Van Tuyll-monument is in 1928 ontworpen door Jan Wils en de beeldhouwster G.J.W. Rueb, ter nagedachtenis aan de eerste NOC-voorzitter F.W.C.H. baron van Tuyll van Serooskerken. Het monument omvat een bronzen gestileerde sporter die de ‘Olympische groet’ brengt. Deze groet deed, evenals de olympische eed, zijn intrede bij de Olympische Spelen in 1920. De geheven rechterarm was niet alleen het teken van ‘begroeting’, maar werd ook geassocieerd met het zweren van trouw, het doen van een belofte. Hoewel het gebaar in de jaren 1920 in Italië door de fascisten werd geadopteerd tot fascistische groet, werd het in 1928 nog niet ter discussie gesteld. Het Van Tuyll-monument is onderdeel van het Olympisch Stadion-complex.

Het monument met beeld is al een keer verplaatst binnen de historische en ruimtelijke context van het Stadioncomplex. Dit was in 1954, naar plannen van Jan Wils zelf, bij de vernieuwing van de terreinafscheidingen en toegangshekken. In het algemeen beschouwt de RCE verplaatsing van een rijksmonument als laatste redmiddel voor behoud indien sloop door zwaarwegende externe factoren onafwendbaar is, maar de dienst beseft dat in een casus als deze ook andere uitgangspunten relevant zijn. De RCE hecht daarom aan een maatschappelijke discussie over de voorgenomen verplaatsing. Met die gedachte is in het vooroverleg bijvoorbeeld gesproken over het verbeteren van de uitleg (ter vervanging van de huidige toelichtende tekst) of het doen van een nieuwe toevoeging die het beeld nieuwe betekenis geeft en/of de associatie met het nationaalsocialisme en fascisme verzacht of ter discussie stelt (bijvoorbeeld als kunstopdracht). Wellicht biedt de ‘architectonische omlijsting’ rondom het beeld – die oorspronkelijke groter was – daartoe mogelijkheden.

De RCE adviseert om eerst de betekenis en waarden van het beeld beter inzichtelijk te maken. Deze zijn op dit moment onvoldoende in beeld gebracht. Voorts wordt gevraagd om een toekomstbeeld of visie over wat er met het resterende deel van het Van Tuyll-monument zou moeten gebeuren als het beeld verplaatst zou worden.

Het Cuypersgenootschap is benieuwd naar de volgende stap van de gemeente.