Verzoek aanwijzing Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand

3 juni 2020

Joris (Wikimedia Commons), 2009

In februari 2013 heeft het Cuypersgenootschap de gemeente Rotterdam verzocht om het complex van de O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, Burgemeester Baumannlaan 171 te Rotterdam-Overschie, aan te wijzen als gemeentelijk monument. In het voorjaar van 2019 kwam deze kerk eindelijk op de monumentenlijst te staan. Over enige tijd zal de kerk een nieuwe bestemming krijgen. Op 7 juli 2019 is de kerk na een laatste eucharistieviering voor de eredienst gesloten: de aanwijzing is dus net op tijd binnen. Na een grondige verbouwing zullen in kerk en pastorie appartementen worden gerealiseerd, waarbij het aanzicht van de kerk zoveel mogelijk bewaard blijft.

De kerk van de O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand verrees in 1953 naar ontwerp van J.P.L. Hendriks van het architectenbureau Hendriks, Van der Sluys & Van den Bosch. In het oeuvre van Hendriks zijn invloeden van zowel het modernisme als het traditionalisme te herkennen. Bekende bouwwerken van Hendriks zijn de rooms-katholieke ambachtsschool Sint-Joseph te Rotterdam (1934), het entreegebouw van de rooms-katholieke Begraafplaats Kralingen (1936) en Bioscoop Thalia (1955). Buiten Rotterdam verrees van zijn hand de ondertussen verdwenen watertoren van Wassenaar. Voor het kerkgebouw te Overschie maakte Hendriks twee ontwerpen, waarbij hij zich liet inspireren door de traditionalistische bouwkunst van Granpré Molière (Delftse school). In het eerste, niet uitgevoerde ontwerp had de kerk een hoge toren, geflankeerd door twee lagere moeten krijgen. De kerk kreeg uiteindelijk een brede, rechthoekige voorgevel met daarop een kleine rechthoekige toren met drie rondbogen. De voorgevel van de kerk roept herinneringen op aan een romaanse westbouw. De kerk bestaat uit een portaal, een breed middenschip met twee smalle zijbeuken en een klein transept. Met de nagenoeg rechthoekige plattegrond grijpt het ontwerp terug op het vooroorlogse concept van de volkskerk (alle gelovigen vinden in het middenschip een plaats met onbelemmerd zicht op het altaar). Binnen dekt een vlak houten plafond de ruimte af. De gebrandschilderde ramen, waaronder het roosvenster in de voorgevel, stammen uit de bouwtijd.