Voorzitter Cuypersgenootschap over waarde naoorlogse woningen in Olst

11 november 2020

Hissink

Sloop ligt op de loer, maar wat is de cultuurhistorische waarde van de naoorlogse noodwoningen in Olst? Na drie gesprekken tussen de omwonenden, de gemeente Olst-Wijhe en SallandWonen lijkt het erop dat de naoorlogse noodwoningen aan de Olsterkampweg ‘gewoon’ worden gesloopt. Maar volgens omwonenden zijn de woningen van cultuurhistorische waarde. En dat vinden landelijke erfgoedverenigingen en een hoogleraar ook. ,,Het zijn toch een soort ‘documenten’ van een periode.” Het kwaad is al geschiedt en de sloop onafwendbaar, zou je denken. Toch vinden lokale en landelijke erfgoedverenigingen het nog niet te laat. Omwonenden willen bewijzen dat de woningen van dusdanige waarde zijn, dat ze (deels) behouden moeten blijven. Landelijke Erfgoedvereniging Heemschut was afgelopen donderdag op bezoek bij de huisjes, om samen met een bouwkundige te kijken naar de staat van de woningen.

,,En dat viel ons alleszins mee”, zegt Gijs van Delft, van de commissie Overijssel van Heemschut. ,,Het is in betere staat dan wij dachten. We hebben samen met de omwonenden en de Olster Erfgoedvereniging de handen ineen geslagen. Gezamenlijk sporen we de geschiedenis op en gaan we een gedetailleerd kostenplaatje voorschotelen zodat duidelijk is wat de toestand van de woningen is en wat er moet gebeuren om aan de eisen van deze tijd te voldoen. Dit willen we eind oktober aan de gemeenteraad overhandigen.”

Maar wat is precies de cultuurhistorische waarde waar omwonenden op doelen? Marieke Kuipers, hoogleraar Cultureel Erfgoed aan de TU Delft, zegt dat de waarde ’m juist zit in het alledaagse. ,,Er is nu een nieuwe term: alledaags erfgoed. Deze huizen zijn eigenlijk heel simpele huisjes met een zadeldak. Tegenwoordig zie je er daar steeds minder van. Vroeger zijn er wel duizenden van gebouwd. Het zijn in die zin toch een soort van ‘documenten’ van een voorbije periode. Hoe verder we van die wederopbouw af staan, hoe luxer we eigenlijk zijn gaan wonen.”

Dat vindt Vladimir Stissi van het Cuypersgenootschap ook. Deze organisatie zet zich in voor het behoud van bouwkundig erfgoed uit de negentiende en twintigste eeuw. ,,Heel snel gebouwde huisjes zoals deze vond je vroeger veel in Nederland om woningnood na de oorlog aan te pakken. Die zijn op dit moment aan het eind van hun technische levensduur. De woningen zijn niet uniek, maar ze vertegenwoordigen een bepaalde fase in de Nederlandse geschiedenis.”

En dus heerst de vraag of het rendabel genoeg is om de woningen te renoveren. ,,Als je het met liefde opknapt is er geen probleem”, zegt Vladimir Stissi. ,,Het zou redelijk rendabel kunnen. Maar ik kan mij als gemeente ook voorstellen dat als zij verder om zich heen kijken. Dan constateren zij bijvoorbeeld dat er wellicht andere plekken of gebouwen in het gebied zijn die ook de naoorlogse tijd vertegenwoordigen.”

Stissi pleit er wel voor dat er heel goed naar wordt gekeken voordat er een definitief besluit komt. ,,Bij dit soort noodwoningen moet je vooral naar andere aspecten kijken. Vaak had een huishouden in zo’n woning een bijzondere samenstelling. Daarnaast zijn het sobere woningen, soms uniek vanwege de techniek, plattegronden of bouwmaterialen. Op basis daarvan is een goede afweging des te belangrijker.”