De spoorbrug over de Maas, sinds 2011 niet meer in gebruik, is hinderlijk voor de scheepvaart en vergt veel onderhoud. Daarom werd in 2019 besloten tot sloop, maar drie jaar later werd dat besluit herroepen vanwege de daardoor ontstane commotie. De uit 1856 daterende pijlers zijn namelijk een gemeentelijk monument. De Tweede Kamer drong aan op nader onderzoek. Dat onderzoek nu klaar, in de vorm van een rapport van WSP uit Nieuwegein. Er zijn vijf varianten uitgewerkt, waarbij sloop van de spoorbrug met de bouw van een nieuwe recreatieve brug als het meest gunstig uit de bus kwam. Daarbij speelt ook het draagvlak in Maastricht een rol. Deze variant scoorde hoog bij een bewonersbijeenkomst in april. De voorgestelde variant vormt een compromis en kost tussen de 20 en 30 miljoen euro. Van de historische spoorbrug kan in dit scenario de meest westelijke pijler behouden blijven; de andere pijlers zouden op de oostelijke oever herbouwd kunnen worden. De beide oeveraanlandingen kunnen uitkijkpunten worden, met informatieborden over de historie van de brug.