Opluchting bij Woongoed Middelburg maar niet bij het Cuypersgenootschap: de sloop van de 148 karakteristieke Briëtwoningen kan doorgaan. De gemeente kent de huizen uit de wederopbouwperiode geen monumentenstatus toe. Maar de erfgoedbeschermers geven de strijd niet op.
Niemand betwist de grote historische waarde van de huizen. Die zijn tijdens en na de Tweede Wereldoorlog gebouwd onder architectuur van Paul Briët als oplossing voor de woningnood die in 1940 ontstond door de grote stadsbrand in het centrum. Maar dat je in de huizen nu niet meer gezond kunt wonen, is ook geen punt van discussie. Slechte funderingen, zout in de muren, tocht, vocht, schimmel en asbest vormen een complex probleem.
De vraag is vooral: wat weegt het zwaarst? “Bewoners zijn belangrijker dan huizen”, verklaart wethouder Johan Aalberts de beslissing van het gemeentebestuur om de Briëthuizen niet aan te wijzen als gemeentelijk monument. “Ik ben ook wel overtuigd van de historische waarde. Maar in geschiedenis kun je niet wonen. De huizen zijn gewoon niet gezond. Woongoed kan ze niet duurzaam behouden en als Woongoed ze verkoopt, is de kans niet groot dat individuele eigenaren ze wel kunnen herstellen en er gezond in kunnen wonen”.
Geen monumentenstatus dus. Aalberts legt daarmee de conclusie van een bouwhistorisch onderzoek (‘hoge monumentale waarde’) én een advies van de Walcherse Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit naast zich neer. Als het zo blijft, kan Woongoed eind 2022 het eerste huis slopen. In de tussentijd kan een sociaal plan worden uitgevoerd voor de bewoners van wie in de eerste fase hun huis wordt gesloopt. Zij hebben recht op vervangende woonruimte en een verhuiskostenvergoeding. Woongoed doet daarom ‘een appèl op de erfgoedorganisaties: “Ga mee in de argumentatie van de gemeente en zie af van bezwaren”.
De kans dat zij toch bezwaar aantekenen is echter groot, zegt Leo Dubbelaar van het Cuypersgenootschap, dat mede namens de Bond Heemschut voor de monumentenstatus pleit. “Zeker omdat er positieve adviezen liggen van het bouwhistorisch onderzoek en de WARK. De huizen zijn wel te behouden, mét een gezond woonklimaat. Dat kost alleen meer geld”. Dat Woongoed gehoor wil geven aan de opdracht van de gemeenteraad om in de nieuwbouw die ervoor terugkomt de ziel van de wijk en het gevelaanzicht te behouden, is voor Dubbelaar niet voldoende: “we willen de oorspronkelijke huizen, geen kopieën”.