Over ons

Landelijke organisatie

Sinds de oprichting in 1984 is het Cuypersgenootschap uitgegroeid tot een landelijke gerespecteerde vereniging die meer dan 300 leden telt, waarvan er veel actief zijn voor het behoud van erfgoed. Ze hebben zeer verschillende achtergronden en gebruiken de opgedane kennis om zich in te zetten voor het behoud van bouwkundig erfgoed uit de periode 1850 – 1970, ook wel de ‘jongere bouwkunst’ genoemd.

Actie en studie

Het Cuypersgenootschap heeft zich ontwikkeld tot een actieve vereniging en stichting. In de loop van de tijd heeft het Cuypersgenootschap naam gemaakt met een unieke combinatie van acties die voortkomen uit deskundigheid op veel terreinen. Kunsthistorische expertise, gevoegd bij een gedegen kennis van de jurisprudentie rond monumentenwetgeving van rijk, provincies en gemeenten 1988, heeft veel panden en ensembles van de slopershamer gered.
Het Cuypersgenootschap heeft in de afgelopen jaren veel acties gevoerd, vaak in samenwerking met plaatselijke of landelijke belangenorganisaties. Veel van die acties waren succesvol, zoals het behoud van het Van Abbemuseum in Eindhoven, Haagse Rijksarchief, talloze neogotische kerken, en kerken uit het Interbellum en van na de Tweede Wereldoorlog. Mooie voorbeelden zijn ook het behoud van het interieur van de Beurs van Berlage in Amsterdam en de Teekenschool in Roermond. Overal in Nederland zijn gebouwen bewaard gebleven die zonder de inzet van het Cuypersgenootschap alleen nog in fotoboeken zouden voortbestaan.
De inzet van de leden werd in 1997 beloond met de toekenning aan het Cuypersgenootschap van de monumentenprijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds als erkenning voor die bijzondere combinatie van activiteiten. Ondanks de toenemende aandacht in de media verdwijnt er nog steeds veel jongere bouwkunst die het behouden waard is. Vooral bij stadsvernieuwingsprojecten is veel kostbaars gesneuveld en werd andere zaken onherstelbaar aangetast. We praten niet alleen over woonhuizen of woonblokken maar ook over industrieel of utilitair erfgoed.

 

Zorg voor monumenten

Monumentenzorg is nog niet zo lang een vanzelfsprekende zaak. Pas met het ontstaan van de belangstelling voor de nationale geschiedenis in het begin van de negentiende eeuw is in bepaalde kringen het besef ontstaan dat bepaalde gebouwen of plekken een intrinsieke waarde bezitten als cultuurdragers. Heel geleidelijk is dat besef ook in Nederland doorgedrongen.

Wat is een monument?

Deze vraag wordt niet door iedereen op dezelfde manier beantwoord.
Volgens Van Dale is een monument op de eerste plaats een gedenkteken. Een bouwsel dat herinnert aan een bepaalde gebeurtenis. De tweede betekenis van het woord is: ‘overblijfsel van een vroegere cultuur, kunst, nijverheid of wetenschap met name uit oogpunt van conservering’. Het is die tweede betekenis die de leden van het Cuypersgenootschap interesseert.
Honderden organisaties en verenigingen zetten zich in Nederland in voor het behoud van verschillende vormen van cultuurgoed. Iedere organisatie heeft daarbij een bepaald werkgebied. Dat kunnen molens zijn in Zeeland, kerken in Gelderland of een stoomgemaal op een bepaalde plaats. Dankzij de inspanningen van deze organisaties worden jaarlijks objecten toegevoegd aan de monumentenlijsten.
Helaas kunnen niet alle gebouwen of plekken worden behouden. Soms zijn de inspanningen vergeefs. Dan blijkt onvoldoende draagvlak te bestaan voor het behoud van objecten. Niet alles dat de moeite van het behouden waard is, blijkt de monumentenstatus te hebben gekregen. Daarom blijven behoudsacties, zoals die van het Cuypersgenootschap, nodig.
Meer weten over regels en wetten voor het behoud van monumenten of over de geschiedenis van de monumentenzorg? Klik dan op een van de knoppen hieronder.