Regels en wetten voor het behoud van erfgoed

Er zijn actuele ontwikkelingen op landelijk niveau die de komende jaren sturend zijn voor het vakgebied: de Erfgoedwet (2016) en de Omgevingswet (2019). Op het gemeentelijk niveau is de regelgeving meestal opgenomen in een Erfgoedverordening.  

De Erfgoedwet (1 juli 2016) vervangt de Monumentenwet 1988. Voor rijksmonumenten is deze grotendeels ongewijzigd: zo blijft het verbod op beschadiging of vernieling en de vergunningplicht bij wijziging. De wettelijke taken op basis van de Erfgoedwet blijven voor het gebouwde erfgoed dan ook hoofdzakelijk de vergunningverlening bij ingrepen aan rijksmonumenten.

Nieuw is de instandhoudingsplicht die eigenaren rechtstreeks verantwoordelijk houdt voor het onderhouden van hun monument. De meeste monumenteneigenaren verdienen alle lof, want zij zorgen goed voor hun monument. Enkele daarentegen moeten worden aangespoord of daartoe wettelijk worden verplicht. Gemeenten moeten dit handhaven. De instandhoudingsplicht geldt in een aantal steden of dorpen ook voor gemeentelijke monumenten.

De Omgevingswet verplicht gemeenten tot het maken van een Omgevingsvisie. Dit is een overkoepelend document voor alle vakgebieden die meespelen bij het gebruik van de fysieke openbare ruimte. Het gebouwde erfgoed is hier een belangrijke factor in. In de Omgevingsvisie komen de relaties tussen stedelijke en landelijke structuren tot uiting, waarvoor een cultuurhistorische inventarisatie de onderlegger is.

De regels in de gemeentelijke Erfgoedverordening gaan vooral over vergunningverlening voor gemeentelijke monumenten en bescherming van individuele objecten en gebieden op basis van hun cultuurhistorische waarden van gemeentelijk belang. In de Erfgoedverordening is meestal de mogelijkheid tot het aanwijzen van een gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht opgenomen.